Het primair huwelijksvermogensrecht regelt de rechten en verplichtingen van echtgenoten, ongeacht het secundair huwelijksvermogensrecht dat zij hebben gekozen om hun vermogensrechtelijke betrekkingen vast te leggen.
Dit regime wordt opgelegd door het Burgerlijk Wetboek en heeft een prioritair, automatisch en bindend karakter.
De echtgenoten kunnen hier niet van afwijken!
De wetgever is bijzonder geïnteresseerd in de bescherming van het “huishouden”, zowel in het belang van het gezin als van eventuele schuldeisers.
Daarom voorziet het primair regime in:
- Verplichting tot wederzijdse hulp en bijdrage : echtgenoten moeten naar vermogen bijdragen aan de lasten van het huwelijk. Deze bijdragverplichting betreft niet alleen financiële bijdragen (d.w.z. inkomsten uit vermogen en arbeid), maar ook materiële bijdragen (bijvoorbeeld het uitvoeren van huishoudelijke taken) ;
- Solidariteit tussen echtgenoten voor schulden aangegaan voor de behoeften van het huishouden en de opvoeding van de kinderen : dit betekent met andere woorden dat elke schuld die door een van de echtgenoten wordt aangegaan voor de behoeften van het huishouden en de opvoeding van de kinderen de andere echtgenoot hoofdelijk verbindt. Deze hoofdelijke verplichting geldt niet als de schulden buitensporig zijn in verhouding tot de middelen van het huishouden.
- Bescherming van de gezinswoning en het meubilair : geen van beide echtgenoten kan eenzijdig beschikken over de gezinswoning. Een kredietnemer kan dus de gezinswoning niet hypothekeren zonder toestemming van zijn echtgenoot.